VOORMALIG KLOOSTER VAN DE ZUSTERS VAN LIEFDE UIT SCHIJNDEL
Het jaar 2004 is een jubileumjaar in Lage Mierde. Het is dan 100 jaar geleden dat “het Klöster” in het dorp is gesticht. Ter gelegenheid daarvan is een boek verscheen “100 jaar Klooster”, geschreven door Maria Rijken en uitgegeven door Heenkundegroep de Mierden.
In 1983 is Huize Lindenhof, zoals het verzorgingscentrum heette, gebouwd. Het staat op de plaats van het oude klooster. Voordat het klooster is gesticht, hebber er eeuwenlang gebouwen gestaan, die een belangrijke rol hebben gespeeld in de lokale geschiedenis.
In de 16e en 17e eeuw heeft deze plek in het dorp niets met religie te maken. Het is een aanzienlijk pand dat door gewone mensen uit het dorp bewoond wordt. In de 18e eeuw verandert dat als een secretaris, van Heusden genaamd en uiteraard van protestantse huize, er gaat wonen. Het pand ligt gunstig ten opzichte van het Raadhuis, dat tegen de Kerk aangebouwd is. Secretaris van Heusden heeft geen nakomelingen. Het pand wordt verkocht aan Johannes Franciscus Hoosemans, een notaris uit Tilburg en zijn echtgenote Dorothea van Houtum. Het gezin blijft er wonen tot het einde van de 19e eeuw. Notaris Hoosemans schenkt aan het einde van zijn leven gronden en het huis aan de Kerk, omdat hij wroeging krijgt over bezittingen van de abdij van Postel, die hij onrechtmatig verkregen heeft. In de schenkingsakte van 21 mei 1886 wordt bepaald, dat op de plaats van het woonhuis een liefdesgesticht gebouwd moet worden.
Ten tijde van de schenking wordt Pastoor Rovers aangesteld als beheerder van het fonds. Hij moet binnen een bepaalde tijd een congregatie vinden die in Lage Mierde een gasthuis wil stichten. Lukt dat niet, dan vallen de goederen terug aan de familie Hoosemans. De pastoor slaagt er niet in en in 1902 neemt hij afscheid van de parochie om plaats te maken voor Pastoor Timmer. Deze weet de zusters van Schijndel te bewegen om in Lage Mierde een klooster met gasthuis te bouwen. Inmiddels is er al een nieuwe pastorie tegenover de kerk gebouwd. Nu zal er ook nog een klooster gesticht worden. Pastoor Timmer legt op 14 juli 1903 de eerste steen. Het gebouw is een ontwerp van Architect Heykants uit Erp; de aannemer is Fa. van de Heuvel uit Volkel. Beschermheilige wordt St. Franciscus Xaverius.
Op 13 september 1904 trekken de eerste 6 zusters in het nieuwe gebouw en een later komt al de eerste te verplegen gast, Jan Hermans.
Naast verpleging aan de ouderen wordt er meteen gestrat met het geven van onderwijs aan meisjes. De bewaar- en naai- en breischool is een feit. Pas vijf jaar later worden meisjes voor de 4e, 5e en 6e klas aangenomen. Voor het eerst in honderden jaren wordt er gescheiden onderwijs gegeven aan meisjes en jongens.
Het klooster speelt naast het onderwijs een belangrijke rol in de samenleving. Vanuit het klooster wordt de wijkverpleging opgestart en kunnen de overledenen van het dorp verzorgd worden door de zusters voor de begrafenis.
Tot 1959 blijft alles bij het oude, maar daarna komt er een kentering. Vanaf januari 1960 worden er geen bejaarden meer aangenomen. Voor de bewoners van het gasthuis wordt geprobeerd hen in naburige huizen onder te brengen. Het zijn de voorbereidingen op het vertrek van zusters uit Lage Mierde.
Op 21 augustus 1961 is het zover, de zusters nemen afscheid van Lage Mierde. Op dat moment zijn er nog 11 gasten in het huis. Het gebouw wordt te koop aangeboden. Een potentiële koper is Stichting R.K. Bejaardenzorg Hooge en Lage Mierde en omstreken, maar deze stichting heeft enige bedenktijd nodig alvorens tot aankoop over te gaan. Op 25 april 1963 was de overname van het gebouw een feit.
De koop betekende dat de stichting nu in het bezit was van een verouderd, in slechte staat verkerend klooster dat niet meer aan de eisen van de tijd voldoet. Stap voor stap worden reparaties, aanpassingen en moderniseringen doorgevoerd. De zorg voor de bejaarden is nu volledig in handen van de stichting en alles verloopt goed, tot die zaterdagavond 26 mei 1973. Het is kermis in het dorp, maar plotseling worden de kermisgangers opgeschrikt, iemand schreeuwt : “Brand, brand”. Het is meteen duidelijk, uit de linkervleugel van het verzorgingshuis slaat zwarte rook uit het dak. De brandweer is snel ter plaatse en het kordate optreden van de directrice Zr. Theodosia en burgemeester Meijs zorgen ervoor dat de brand tot deze vleugel beperkt blijft. De oorzaak is onbekend, maar het vuur is ontstaan in de linnenkast naast de lift. De vleugel wordt herbouwd en op 18 augustus 1974 weer feestelijk in gebruik genomen.
De rechtervleugel is ingericht als kleuter- en lagere school. In 1968 wordt een nieuwe lagere school aan de Broekkant in gebruik genomen en wrodt de school bij het klooster gesloopt. Op die vrijgekomen plaats wordt een een uitbreiding van het verzorgingshuis gebouwd. Het bestaat uit 8 kamers en een eet- en recreatiezaal.
De kapel van het klooster blijft in tact, maar in 1979 wordt door binnenhuisarchitect W. Tak uit Geldrop het interieur een eigentijds aanzien gegeven.
Ondanks alle aanpassingen en moderniseringen kan het gebouw in de jaren ’70 van de 20e eeuw, mede door nieuwe regelgeving, niet meer voldoen aan de eisen van de tijd. Jarenlang overleg en planning wordt in 1980 tot nieuwbouw besloten. De bewoners worden in een noodvoorziening ondergebracht en de sloopwerkzaamheden beginnen in de zomer van 1982. De nieuwbouw verloopt voorspoedig en op 28 oktober 1983 is de officiële opening. Er is een compleet nieuw gebouw verrezen, enkel de kapel is gebleven. De naam St. Franciscus Xaverius is vervangen en het verzorgingshuis gaat verder onder de naam Huize Lindenhof. De Heilige is echter niet vergeten, maar heeft een mooie plaats aan de westgevel van het gebouw gekregen als getuige uit een Rijk Roomsch Leven.